Levensverhaal
Gerard Doulaan 21

hier woonden

Otto Maas, geboren 22-05-1877 Bechtolsheim - vermoord 14-05-1943 Sobibor

Selma Maas -Nathan, geboren 19-10-1888 Ober Ingelheim - vermoord 14-05-1943 Sobibor

Otto Michael Maas en Selma Nathan trouwden in 1908, woonden in Mainz en kregen twee kinderen: Walter (1909 ) en Ernst ( 1911). Otto Maas was wijnhandelaar. In 1915 heeft hij als vrijwilliger deel uitgemaakt van de voetartillerie en is hij kanonnier geweest. Hij werd bevorderd tot onderofficier en heeft gediend in Champagne en West-Vlaanderen. Hij kreeg een IJzeren Kruis/EreKruis voor moed. Na de oorlog ging hij verder in de wijnhandel. Vanaf 1933 waren er toenemende anti-joodse sentimenten in Duitsland en dat was voor zoon Walter reden om naar Nederland uit te wijken. Zijn broer Ernst volgde hem het jaar daarna. Zij vestigden zich in Den Haag. In 1937 en 1938 besloten ook Otto en Selma Maas-Nathan naar Nederland uit te wijken en zij vestigden zich in Voorburg in een huis dat zij als pension gingen uitbaten (Koningin Wilhelminalaan 526). In september 1940 moesten alle Duitse Joden Den Haag verlaten en week de familie Maas samen met anderen eerst uit naar Nunspeet. In december vestigden zij zich in Bilthoven, in huize Gaudeamus aan de Gerard Doulaan 21. Het huis was te huur gekomen nadat de weduwe van Julius Röntgen was overleden. Om in hun levensonderhoud te voorzien hielden zij daar ook weer pension: drie vaste pensiongasten en nog zeven tot negen gasten. Als er veel gasten waren verbleef zoon Walter in het tuinhuisje. In die tijd kwamen er vooral veel logiesaanvragen van Joden uit Amsterdam die toen niet meer in christelijke pensions mochten verblijven. Soms bemiddelden zij bij pensionplekken elders in het dorp met een maaltijdvoorziening in Gaudeamus waardoor er soms wel 35 mensen te eten waren. Otto maakte de maaltijden en Selma deed de kamers. Met de toenemende dreiging voor Joden zetten zij de pensionactiviteiten op een lager pitje, ook om meer ontsnappingsmogelijkheden te hebben als dat nodig zou worden. In augustus 1942 werden ook in Bilthoven Joden opgepakt en werd de situatie dreigender. Zoon Walter besloot te gaan onderduiken, eerst op verschillende adressen in Voorburg en Lage Vuursche en later uit nood toch maar in Gaudeamus naar verluid zo nodig in een kleine schuilplaats hoog in de nok van het huis. Otto en Selma wilden niet onderduiken en zij hebben in april 1943 gevolg gegeven aan de oproep zich te melden en zijn “ vrijwillig naar Vught gegaan “, zoals zoon Walter in 1945 schrijft. Het gaat dan allemaal heel snel : op 23 april 1943 komen Otto Michael Maas en Selma Maas-Nathan in kamp Vught aan en op 8 mei worden zij overgebracht naar Westerbork. Daar zijn zij beiden al op 11 mei op transport gezet naar Sobibor. Alle mensen die in dit transport zaten zijn direct na aankomst op 14 mei 1943 in Sobibor vergast.

In november 1943 werd Gaudeamus gevorderd door de Duitsers. Ook Ernst met zijn gezin moet dan het huis verlaten, komt in moeilijke omstandigheden maar weet de oorlog uiteindelijk te overleven. In onderduik weet ook Walter te overleven en hij gaat in 1945 weer in huize Gaudeamus wonen. In november 1945 organiseerde hij daar een bevrijdingsconcert en dat is het begin geworden van wat nu de Stichting Walter Maas is. Walter en Ernst hebben nog lang in onzekerheid verkeerd over het lot van hun ouders maar in 1946 kregen zij van het Rode Kruis een overlijdensverklaring.

ET

26 november 2021 : onthullingsceremonie

foto's: Donald Noorhoff

Onthulling deur mevr Femmy Brands