Plechtigheid bij de onthulling van de struikelstenen, foto: Donald Noorhoff

Levensverhalen
Gezichtslaan 54

hier woonden;

Max Mai, geboren 24-08-1872 - vermoord 13-03-1943 Sobibor

Berta Mai-Reis, geboren 05-09-1868 - vermoord 13-03-1943 Sobibor

Max Stern, geboren 24-05-1888 - vermoord 17-09-1943 Auschwitz

Pauline Stern-Grünzweig, geboren 29-11-1888 - vermoord 17-09-1943 Auschwitz

Mathilde Ruth Weisner, geboren 07-05-1922 – vermoord 23-07-1943 Sobibor

Max Stern is geboren op 24 mei 1888 in het dorp Mariampil (of: Marynopil)  aan de oever van de Dnjepr in Galicië in het westen van de Oekraïne. Hij was een zoon van Juda Stern en Etti Blech. Pauline Grünzweig is geboren op 29 november 1888 in Berlijn. Zij was de dochter van Ludwig Grünzweig en Ottillie Segall. Haar vader kwam uit Budapest in Hongarije en haar moeder was geboren in Landsberg an der Warthe wat nu Gorzów Wielkopolski heet en in het noordwesten van Polen ligt.

Max Stern en Pauline Grünzweig zijn in 1919 in Berlijn getrouwd. Op 21 november 1920 werd hun dochter Edith geboren. Het echtpaar Stern-Grunzweig komt op 5 april 1939 vanuit Berlijn naar Amsterdam en wonen daar op steeds een ander adres; Meerhuizenstraat 18 hs, Heerengracht 292 hs.,Thorbeckeplein 7-9 hs, Uithoornstraat 48 II en Dintelstraat 106 hs. Op 10 juni 1940 gaat Max Stern naar Kamp Westerbork en drie maanden later ook zijn vrouw Pauline. Op 21 februari 1941 kunnen zij beiden Kamp Westerbork weer verlaten en zij komen dan in maart op Gezichtslaan 54 in Bilthoven te wonen. In het huis aan de Gezichtslaan komt twee maanden later, op 7 mei 1941 een tweede echtpaar te wonen, Max Mai en Berta Mai-Reis en ook Mathilde Weisner.

Max Mai is in 1872 geboren in Hüngheim in Duitsland als zoon van Michael Mai en Fanni Grumbacher . Hij was veehandelaar van beroep, maar handelde ook in paarden in opdracht. Verder bemiddelde hij bij de aankoop van percelen voor landbouw.

Berta Reis werd in 1868 geboren in Steinsfurt.  Zij was een dochter van Leopold Reis en Odenheimer . Zij had 7 broers en zussen, die allemaal in Steinsfurt werden geboren: Elise (1860-1903), Auguste (1861), Gustav (1862-1897), Rosa (1864), Emma (1865-1865), Moses (1866-1870) en Karl (1871). 

Max en Berta zijn in 1900 in Steinsfurt getrouwd en woonden in Merchingen. Het echtpaar kreeg één zoon Max, geboren in 1901. Berta kreeg in 1925 een beroerte waardoor ze gedeeltelijk verlamd raakte. De familie Mai emigreert op 22 oktober 1935 van Duitsland naar Rotterdam waar zij gaan wonen aan de Honingerdijk 25a en later 37a. Op 30 mei 1938 verhuizen ze naar de Statenweg 70d.  Vader Max gaat aan de slag bij de internationale graanhandelsfirma N.V. Commissiehandel Cereales. Zoon Max had de naam Milton May aangenomen en kan met zijn vrouw en twee jonge dochters in mei 1939 naar de VS emigreren. Vanwege de immigratiebeperkingen van de VS moeten zijn ouders achterblijven. Waarschijnlijk was het de bedoeling dat ze later zouden volgen wanneer Milton financieel garant zou kunnen staan maar zover heeft het niet kunnen komen. In september 1940 moeten Max en Berta vertrekken uit Rotterdam en komen zij in Bilthoven terecht waar zij op 19 oktober 1940 worden ingeschreven op Prins Hendriklaan 30 en vanaf 7 mei 1941 op Gezichtslaan 54.

Mathilde Ruth Weisner is in 1922 in Duisburg geboren en is opgegroeid in Krefeld, niet ver van de Nederlandse grens bij Venlo. Zij is de dochter van Gerson Weisner winkelassistent, en Louise Gottschalck. Ze heeft een broer Max Erich (1921). Mathilde komt op 28 januari 1939 naar Nederland waar ze terecht komt in het vluchtelingenkamp in Rotterdam-West: Quarantaine Beneden Heijplaat aan de Quarantainestraat 1 in Rotterdam en vervolgens op 24 maart 1939 in Huize Cromvliet in Rijswijk. Dit was een opvanglocatie voor Duitse kinderen. Mathilde is dan 16 jaar. Op 25 juli 1939 heeft zij een arbeidsvergunning gekregen en woont zij bij de muzikant Simon Knap en zijn gezin aan de Meent 48 in Rotterdam als inwonende hulp in de huishouding.

Op 19 oktober 1940 is Mathilde ingeschreven op de Prins Hendriklaan 30 in Bilthoven, tegelijkertijd met echtpaar Max Mai en Berta Reis. Mogelijk was zij al in Rotterdam als hulp in de huishouding bij het echtpaar aan de slag en zijn zij gedrieën naar Bilthoven verhuisd.

Op Prins Hendriklaan 30 te Bilthoven zit volgens een advertentie in de Utrechtse courant in 1938 en 1939 een ‘luxe verhuurinrichting’ die personeel zoekt. Het huis bestaat niet meer, staan nu de eengezinswoningen 37-53 op de hoek met de Weidmanlaan? In de Utrechtse courant van 3 en 4 september 1940 worden drie ongemeubileerde kamers aan de Prins Hendriklaan 30 te Bilthoven te huur aangeboden. Een ruim half jaar later op 7 mei 1941 verhuizen Max, Berta en Mathilde naar de Gezichtslaan 54 waar ook Max Stern en Pauline Grünzweig wonen.

Medio 1942 kondigt zich het onheil aan voor de vijf Joodse vluchtelingen die onderdak hebben gevonden in het huis aan Gezichtslaan 54. Zoals ook veel andere Joodse inwoners van De Bilt en Bilthoven worden zij verplicht naar Amsterdam te verhuizen.

Max Stern en Pauline Grünzweig worden op 23 september 1942 ingeschreven aan de Amstellaan 42 huis in Amsterdam.  Kort daarna op 3-10-1942, worden zij in Kamp Westerbork ingeschreven en daar verblijven zij uiteindelijk 11 maanden. Max deed werkzaamheden voor de Joodse Raad. Het feit dat hij in 1941 al in Kamp Westerbork verbleef toen dat nog een vluchtelingenkamp was en nog niet onder nazi-leiding stond, doet vermoeden dat hij een rol had in de kamporganisatie. Hij zal daarom een “Sperre” hebben gehad hetgeen uitstel van deporatie betekent. Zij zullen Max Mai en Berta Reis hebben zien komen en gaan en ook Mathilde Ruth Weisner. Maar op 14 september 1943 zijn Max Stern en Pauline Stern-Grünzweig aan de beurt voor transport naar Auschwitz. Na aankomst in Auschwitz op 17 september zijn ze daar direct vermoord in de gaskamer, Max 55 jaar en Pauline 54 jaar oud.

Max en Berta Mai-Reis worden op 23 september 1942 in Amsterdam ingeschreven in de Teniersstraat 4. Max Mai komt op 9 februari 1943 in Kamp Westerbork en zijn vrouw Berta Reis kwam daar een maand later aan op 4 maart 1942 Zij kwam in barak 4 terecht, dat was een ziekenhuisbarak. Op haar indexkaart staat dat zij uit het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis kwam. Max Mai en Berta Mai-Reis worden beiden op 10 maart 1943 op transport gezet naar Sobibor waar zij 3 dagen later na aankomst op 13 maart 1943 worden vermoord, 74 en 68 jaar oud.

Mathilde Ruth Weisner is in 1942 niet naar Amsterdam gegaan en in onderduik gegaan. Op haar kaart in het bevolkingsregister staat VOW, wat staat voor ‘vertrokken onbekend waarheen’. In 1943 is zij opgepakt. In het archief van de gemeentepolitie van Rotterdam zitten twee arrestantenkaarten voor Mathilde. Zij noemt zich dan Ruth Weisner. Ze is op 11 mei 1943 in Rotterdam vastgezet bij de Sicherheitspolizei.  Mathilde of Ruth zoals zij zichzelf noemde, was gearresteerd door de beruchte ‘Groep 10’. Dit was een groep van oorspronkelijk Rotterdamse politieagenten. Groep 10 was verantwoordelijk voor het opsporen en arresteren van Joden, communisten, verzetsdeelnemers, illegale werkers en onderduikers in Rotterdam, Dordrecht, Gouda en de Zuid-Hollandse eilanden. De Groep zat op bureau Haagseveer in Rotterdam en bestond uit ongeveer dertig tot vijftig Rotterdamse politieagenten die fanatieke nationaalsocialisten waren. Waar Mathilde Ruth is opgepakt is niet bekend, maar mogelijk zat ze ergens in Rotterdam ondergedoken. Op 1 juli 1943 is ze overgebracht naar kamp Westerbork waar ze in barak 97 werd ondergebracht. Mathilde is op 20 juli 1943 op transport gezet naar Sobibor gegaan samen met nog 2183 andere mensen. Niemand van hen heeft dat overleefd. Bij aankomst in Sobibor op 23 juli 1943 is Mathilde Ruth Weisner direct vermoord in de gaskamers, 21 jaar oud.

Adresboek Bilthoven 1940 : hoofdbewoner is M.M. Hanselaar

Nabestaanden:

Max Stern en Pauline Grünzweig hadden een dochter Edith Stern, geboren in 1920. Het is onbekend wat er met haar is gebeurd.

Max Mai en Berta Reis hadden een zoon Max geboren in 1901. Hij is onder de naam Milton May in 1939 met zijn vrouw en kleien kinderen naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Het is onbekend hoe het hen daar is vergaan.

Mathilde Ruths ouders Gerson Weisner en Louise Gottschalck zijn op 12 mei 1942 in vernietigingskamp Chelmno vermoord. Mathilde Ruths broer Max Erich Weisner is aan de nazi’s ontkomen door naar Engeland te vluchtten. In 1939 trouwde hij daar met Lieselotte Hoenig. In 1959 heeft hij een fish-and-chips-shop in Middlesbrough in Yorkshire. Max is in 1985 overleden op 63-jarige leeftijd. Lieselotte is in 2010 overleden op 91jarige leeftijd. Mogelijk wonen in Engeland nog neven of nichten van Mathilde Ruth Weisner:

ALIJ

De struikelstenen, onthuld op 27 april 2025

foto: Donald Noorhoff