Plechtigheid bij de onthulling van de struikelstenen, foto: Donald Noorhoff
Alfred Julius Leipziger, geboren 06-06-1879 - vermoord 05-02-1943 Auschwitz
Katharina Leipziger-Sachs, geboren 31-07-1884 - vermoord 05-02-1943 Auschwitz
Kurt Israel Leipziger, geboren 11-07-1907 - vermoord 07-05-1943 Sobibor
Greta Klopstock Danziger, geboren 29-05-1888 – vermoord 28-05-1943 Sobibor
Ook hier woonden;
Julius Israel Bondy, geboren 27-02-1884, Hoher limburg, de dood ingejaagd 10-12-1943, Utrecht
Margareta sara bondy-Coppel, geboren 30-07-1887, Steele, de dood ingejaagd 10-12-1943, Utrecht
Alfred Leipziger is geboren op 6 juni 1879 in Breslau dat toen bij Duitsland hoorde, maar nu Wroclaw heet en in Polen ligt. HIj was een succesvolle internationale ondernemer in financieringen, vastgoed en handelaar in bouwmaterialen. Op 30 januari 1906 trouwt hij met Katharina Sachs. Katharina was ook in Breslau geboren, op 31 juli 1884.
Kaethe en Alfred krijgen twee zoons, Kurt geboren op 11 juli 1907 en Walter geboren op 9 mei 1910. En toen in 1933 de situatie in Duitsland voor Joodse ondernemers echt precair werd, week Alfred uit naar Nederland. In 1933 bouwde Alfred Leipziger en zijn zoon Kurt samen met de gebroeders Erwin en Curt Hirschberg uit Breslau, het Rembrandt Theater aan het Lorentzplein in Den Haag. Op 23 september 1933 vestigen bioscoopdirecteur Alfred en zoon Kurt zich aan de Gentschestraat 56 in Den Haag en kort daarna voegt Katharina zich bij hen. In november 1933 verhuist het gezin naar de Haarlemschestraat 14 in Den Haag.
Op 30 januari 1937 trok de weduwe Greta Klopstock-Danziger bij hen in. Zij was huishoudster van beroep en kwam uit Pforzheim (nabij Stuttgart) in Duitsland. Ze was geboren op 29 mei 1888 in Heilbronn in Duitsland. Haar echtgenoot Georg Klopstock was al in 1920 op 43-jarige leeftijd overleden en begraven in Pforzheim. Ze hadden een dochter Suse, geboren op 20 december 1910 in Pforzheim.
Op 4 september 1940 krijgen alle Duitse vluchtelingen het bevel de kuststrook binnen enkele dagen te verlaten. Op 22 oktober 1940 vestigden Alfred, Katharina, Kurt en Greta zich tijdelijk aan de Prof. Ritzema Boslaan 49 in Maartensdijk (nu Utrecht-Tuindorp) om op 12 november 1940 op de Rembrandtlaan 78 in Bilthoven terecht te komen. Op dit adres was een kostschool gevestigd voor jongens die heftig puberden en bij wie het leren erbij in schoot, maar die toch een diploma moesten halen. De kostschool heette Phaedo en stond onder leiding van onderwijsvernieuwer, filosoof en classicus Frans Brinkerink. In 1941verhuisde Brinkerink zijn kostschool naar Villa Ensah naast het station in Bilthoven. Volgens de herinneringen van een van de leerlingen vond de verhuizing plaats tijdens de zomervakantie in 1941. In februari 1941 laat Alfred Leipziger een telefoonnummer op zijn naam aansluiten op Rembrandtlaan 78. Het is maar de vraag of op dat moment ook nog alle kostschoolgangers op dit adres aanwezig zijn.
Op 3 februari 1941 komt ook het echtpaar Julius en Margerete Bondy-Coppel op de Rembrandtlaan 78 wonen. Zij waren afkomstig uit Wuppertal en in 1939 naar Nederland gevlucht. Julius Bondy is geboren op 27 februari 1874 in Hohenlimburg in Duitsland. Margarete Coppel is op 30 januari 1887 geboren in Steele in Duitsland. Julius en Margarete trouwden op 21 februari 1908 in Steele. Op 26 maart 1909 is hun dochter Irmgard Hedda geboren in Elberfeld en 10 jaar later volgde dochter Annemarie op 2 november 1919. Julius Bondy was een van de eigenaren van het warenhuis Michel & Co in Wuppertal-Elberfeld. In februari 1939 vlucht het echtpaar naar Nederland en trekken zij in bij hun dochters Irmgard en Annemarie aan de Cornelis van der Lijnstraat 67 in Den Haag. Irmgard, koopvrouw van bijouterieën en lederwaren, is al in 1934 naar Den Haag uitgeweken en haar zus Annemarie is haar in 1936 gevolgd. In september 1940 moet ook de familie Bondy vertrekken uit Den Haag. Op 23 oktober 1940 komen Julius en Margarete aan de Paulus Potterlaan 20 in Bilthoven terecht. Drie maanden later, op 3 februari 1941, verhuizen ze naar Rembrandtlaan 78. Dochter Irmgard woont dan op Vermeerlaan 41. Waar dochter Annemarie op dat moment is, is niet duidelijk.
Op 25 augustus 1941 komt ook Ewald Kurt Hermann Friedländer aan de Rembrandtlaan 78 wonen. Hij woonde daarvoor met zijn vrouw Dora Friedländer-Abraham op Rembrandtlaan 16, zie daar voor zijn levensverhaal.
Zo heeft in 1941 een groep van zeven Joodse vluchtelingen een onderkomen gevonden in het huis aan Rembrandtlaan 78. Zij hebben daar ruim een jaar samen gewoond totdat in 1942 zich het verdere onheil aandiende en de meeste joodse inwoners in De Bilt en Bilthoven de verordening kregen naar Amsterdam te verhuizen. Zowel echtpaar Leipziger als echtpaar Bondy als weduwe Klopstock en Ewald Friedländer worden op 23 september 1942 ingeschreven op verschillende adressen in Amsterdam. Hier scheidden zich hun wegen.
Echtpaar Alfred en Katharina Leipziger-Sachs komen op het Merwedeplein terecht op het huis op nr 3. Hier voegt de zus van Katharina, Else Laser-Sachs, zich in december 1942 bij hen. Else woonde ook in Bilthoven op de Overboslaan 40. Op 17 december zijn Alfred, Katharina en Else verhuisd naar Merwedeplein 13 3 hoog. Zij besluiten dan te gaan onderduiken. Waar Kurt Leipziger op dit moment is, is niet duidelijk. Uit archieven van kamp Vught blijkt dat hij mogelijk kort aan de Overboslaan 40 woonde. Hier woonde ook zijn tante Else Laser-Sachs tot december 1942 en hier zetelde het plaatselijke secretariaat van de Joodsche Raad en Kurt was volgens zijn persoonkaart in de administratie van de Joodsche Raad de plaatselijk hoofdvertegenwoordiger van de Joodsche Raad in Bilthoven.
Waarschijnlijk is ook Kurt in december 1942 of januari 1943 ondergedoken. In februari 1943 stond Rembrandtlaan 78 leeg en zijn Kurts achtergebleven spullen (en die van de andere eerdere bewoners) volgens de gegevens van gemeente De Bilt opgeslagen in de Van Dijckschool.
In de nacht van 19 op 20 januari 1943 worden Alfred en Katharina gearresteerd op het Daniel Willinckplein in Amsterdam. Ze worden op last van de Sicherheitsdienst naar het politiebureau gebracht en in de cel gestopt. Om 9 uur ‘s ochtends is het echtpaar door agenten naar het Adema van Scheltemaplein kamer 25 gebracht. Dit was het kantoor van de beruchte premiejager en collaborateur Wim Henneicke. Hij gaf in 1943 leiding aan een beruchte groep jodenjagers die bekend stond als Colonne Henneicke, een groep van ruim vijftig Nederlanders die tegen betaling jacht maakt op Joodse onderduikers. Deze groep droeg binnen een half jaar tijd bij aan de deportatie van acht- tot negenduizend Joodse mensen. Waarschijnlijk zijn Alfred en Katharina door Henneicke en consorten ondervraagd. Alfred en Katharina Leipziger worden opgesloten in kamp Vught en een week later op 28 januari 1943, zijn ze ingeschreven in kamp Westerbork. Hier komen ze in de strafbarak terecht omdat ze onderduikers waren. Uit de archieven van Kamp Westerbork blijkt dat het echtpaar Leipziger verklaarde over een Weissman-verklaring te beschikken. Jan Weismann was een crimineel die namens de nazi’s vermogende Joden geld afhandig probeerde te maken door zogenaamd te bemiddelen tussen hen en de bezetter, en voor veel geld vrijstellingen van deportaties aan te bieden. Helaas biedt dit geen soelaas want op 2 februari 1943 werden zij op transport gezet naar Auschwitz. Hier zijn Alfred en Katharina Leipziger-Sachs direct na aankomst op 5 februari 1943 vermoord. Alfred was 63 jaar oud en Kaethe was 58 jaar oud.
Het is niet duidelijk of Kurt Leipziger tegelijk met zijn ouders is opgepakt. In ieder geval kwam ook hij in januari of februari in Kamp Vught terecht, en vervolgens op 31 maart 1943 in Westerbork, waar ook hij in de strafbarak terecht kwam. Op 4 mei 1943 werd Kurt Leipziger op transport gesteld naar Sobibor. Direct bij aankomst, op 7 mei 1943 is hij vermoord, 35 jaar oud.
Greta Klopstock-Danziger kwam op 23 september 1942 aan de Nieuwe Hoogstraat 9 in Amsterdam terecht. Hier zat Hotel Hiechentlich, Voor 1940 was dit een bekend en chique hotel, aangesloten bij de Joodse organisatie R.E.O.R. (Ritueel Eten Op Reis). In 1942 en 1943 vonden veel Joodse mensen hier onderdak. Op 15 mei 1943 wordt Grete Klopstock ingeschreven in Kamp Westerbork. Ze komt terecht in barak 60. Deze barak werd voorheen gebruikt als zolenfabriek, maar is tijdens de grote toestroom van mensen in 1943 ook als woonbarak gebruikt. Op 25 mei 1943 gaat Greta Klopstock-Danziger op transport naar Sobibor. Hier is zij direct na aankomst op 28 mei 1943 vermoord, 54 jaar oud.
Julius en Margerete Bondy-Coppel kwamen op 23 september 1942 op Merwedeplein 46 3 hoog terecht. Ook zij besloten onder te duiken. Hun dochter beschrijft hun verschrikkelijke verhaal in de archieven van Yad Vashem, het wereld Holocaust herdenkingscentrum in Israël en in het gedenkboek van Wuppertal. Op 10 december 1943 zijn Julius en Margarete in onderduik in de Willem van Noortstraat in Utrecht. Zij werden echter verraden. En terwijl de Gestapo de trap opkwam, namen Julius en Margarete een pil met cyaankali in en kwamen ter plekke te overlijden. Julius was 69 jaar oud, Margarete was 56 jaar oud.
Julius en Margerete zijn begraven op de Joodse begraafplaats aan het Zandpad in Utrecht.
Op bladzijde 68 van zijn boek over Bilthoven en De Bilt tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijft Bernard Schut dat op Rembrandtlaan 78 een RijksDuitser woonde genaamd Paul Saarmann. De maakte zich schuldig aan uniformsmokkel en was een bekende antisemiet en nam deel aan drankgelagen met de Wehrmacht in Bilthoven. Wel veronderstellen dat dit zich na 1942 zal hebben afgespeeld.
Adresboek Bilthoven 1940 : hoofdbewoners zijn Wed. M.J. de Marie-Balfoort en F.C. Brinkerink , psycholoog
Nabestaanden:
Walter, de jongste zoon van Alfred en Katharina Leipziger is ontkomen door emigratie naar de USA. Daar noemde hij zich Walter Leipzig. In augustus 1945 diende hij als sergeant in het Amerikaanse leger. In 1947 trouwde hij met Ilse Loewenstein ( de zus van de echtgenote van zijn neef), en zij voedden de dochter van Ilse’s zus Renee Fink (Renate Laser) op.
De dochter van Greta, Suse Rosengarten-Klopstock heeft de oorlog overleefd. Het is niet bekend hoe het haar verder is vergaan.
Dochters Irmgard en Annemarie van Julius en Margerete Bondy-Coppel hebben beiden de oorlog overleefd. Annemarie is in Engeland terecht gekomen. Het is niet bekend hoe het Irmgard is vergaan.
ALIJ
De struikelstenen, onthuld op 27 april 2025
foto: Donald Noorhoff