Plechtigheid bij de onthulling van de struikelstenen, foto: Donald Noorhoff

Levensverhalen
Sweelincklaan 91

hier woonden;

Walter Löhnberg, geboren 01-03-1879 - vermoord 07-05-1943 Sobibor

Lucy Löhnberg-Cohen, geboren 24-10-1885 - vermoord 07-05-1943 Sobibor

Walter Löhnberg is op 1 maart 1879 geboren in Duisburg. Hij had een oudere broer Alfred (1877). Zijn vader richtte in 1880 met zijn broer Adolf de handelsmaatschappij

 ‘gebroeders Löhnberg’ op. In 1881 en in 1884 werden zijn zusjes Anna en Alice geboren. Walter volgde een handelsopleiding en trad in dienst bij de Firma Hugo Daniels. In 1909 trouwde hij met Lucy Cohen en zij kregen drie kinderen: Frits (1910) , Claus (1914) en Marianne (1919). Het gezin was inmiddels verhuisd naar Düsseldorf, Sibeliusstrasse 11.

In 1927 werd Walter mede-directeur van de nieuw opgericht firma ‘Transimex’, een bedrijf dat zich bezighield met het transport over water. Het bedrijf was gevestigd in Duisburg en had ook een vestiging in Rotterdam.

In 1938 maakt het gezin Löhnberg de verschrikkingen mee van de Kristallnacht op 9 november en dat doet hen besluiten Duitsland te verlaten. Walter gaat in december 1938 in Rotterdam-Hillegersberg op Hoyledesingel 39 wonen, zijn vrouw Lucy en dochter Marianne volgen in 1939. Zoon Claus vertrekt in 1939 vanuit Rotterdam per schip naar Amerika. In december 1939 wordt Walter Löhnberg in Duitsland bij verstek veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegen deviezensmokkel. In 1940 kan dochter Marianne nog net ontkomen naar Londen.

In september 1940 worden Duitse vluchtelingen verordonneerd Rotterdam binnen enkele dagen te verlaten en moeten Walter en Lucy Löhnberg elders onderdak zoeken. Zij vinden dat in Bilthoven waar zij op 5 oktober 1940 worden ingeschreven op Sweelincklaan 91. In de daaropvolgende tijd krijgen zij te maken met steeds meer anti-joodse maatregelen die in de zomer van 1942 leiden tot een gedwongen verhuizing naar Amsterdam. Daar komen zij terecht op Roerstraat 3. Daar blijven zij echter niet lang want al op 24 september 1942 komen zij terecht in Kamp Westerbork. Daar zullen zij zich ingespannen hebben om niet direct op transport naar het oosten te worden gezet maar uiteindelijk kunnen zij daaraan niet ontkomen. Op 4 mei 1943 zijn zij op transport gezet naar Sobibor. Na aankomst op 7 mei 1943 worden zij daar vermoord, 64 jaar en 57 jaar oud.

 Nabestaanden

Zoon Klaus is in 1939 naar New York gevlucht, dochter Marianne vlucht in 1940 naar Londen en ook zoon Fritz Moritz is gevlucht naar de Verenigde Staten.

In juni 1945 schrijft zoon Klaus, die dan soldaat in het Amerikaanse leger is, een brief aan het Rode Kruis waarin hij om informatie over zijn ouders vraagt.

ALIJ

De struikelstenen, onthuld op 27 april 2025

foto: Donald Noorhoff